Wil je zelf een draadloos netwerk installeren? Zo moeilijk is dat niet. Aan de hand van onderstaande stappen zou het installeren van een draadloos zeker moeten lukken.
Stap 1: Draadloze netwerkkaart installeren
Een van de belangrijkste benodigdheden voor het kunnen ontvangen van draadloos internet is een draadloze netwerkkaart. Dit kan een Wi-Fi USB adapter, een PCMCIA kaart of een PCI kaart zijn. Nieuwe laptops zijn tegenwoordig standaard voorzien van een ingebouwde draadloze netwerkkaart. Als je die ingebouwde netwerkkaart niet hebt, zal je eerst een Wi-Fi ontvanger moeten installeren. Een Wi-Fi USB adapter hoef je alleen maar in te pluggen in je computer of laptop en is dus de makkelijkste oplossing. Je laptop op pc zal de hardware uit zichzelf herkennen en daardoor worden de benodigde drivers automatisch geïnstalleerd. Mocht dit niet het geval zijn, dan kun je de bijgeleverde Cd-Rom van de provider gebruiken.
Stap 2 en 3: Router instellen en plaatsen
Om gebruik te kunnen maken van glasvezel internet, moet je eerst de draadloze router installeren. Op deze pagina leer je in een paar stappen alles over een draadloze router instellen → URL NAAR PAGINA HOE STEL IK EEN DRAADLOZE ROUTER IN. Als je naar het menu van de router gaat, kun je de Wi-Fi router instellen. Het is aan te raden om als Wi-Fi kanaal te kiezen voor 1, 6 of 11. Hoewel bij veel mensen het modem in de meterkast staat, is dit geen goede plek om de router ook te plaatsen. In de meterkast krijgt de Wi-Fi verbinding namelijk te maken met interferentie op het draadloze netwerk (dit komt door de elektromagnetische straling in je meterkast).
Stap 4: Verbinding maken met Wi-Fi
Wanneer je de router hebt ingesteld, is het tijd om verbinding met je Wi-Fi te maken. Op je laptop of pc (waar nu dus een draadloze netwerkkaart in zit) maak je verbinding met het netwerk dat je zelf geïnstalleerd hebt toen je de router instelde. De naam van het netwerk zou je moeten kunnen herkennen, er vanuit gaande dat je de naam zelf verzonnen hebt. Klik op verbinden. Als het goed is, ben je nu online via je eigen Wi-Fi verbinding en kun je dus gebruik maken van je eigen draadloze netwerk. Mocht je een internet en televisie abonnement hebben afgesloten kan ook de TV nu worden aangesloten.
Stap 5: Beveilig je draadloze netwerk
Om te zorgen dat onbevoegden (de buren bijvoorbeeld) geen gebruik kunnen maken van jouw draadloze internetverbinding, kun je het netwerk beveiligen. Kies vooral voor de WPA2 optie. Mocht dit niet werken, dan is WPA een goed alternatief. Het is daarentegen aan te raden om geen WEP te kiezen: dit is een makkelijk hackbare beveiliging.
WEP is onveilig, WPA is veilig
De beste mogelijkheid om je router te beveiligen is de WPA2 beveiliging. WPA staat voor Wi-Fi Protected Access; een beveiligde omgeving. Nieuwe routers hebben standaard de optie om een WPA of WPA2 beveiliging in te stellen. Oudere routers bieden ook de mogelijkheid van een WEP beveiliging. Deze WEP is achterhaald! Het is vrij makkelijk om een WEP beveiliging te hacken. Maak je gebruik van een draadloze netwerkkaart? Die heeft dezelfde beveiliging nodig als je router. Versies van Windows die ouder zijn dan Windows XP, ondersteunen geen WPA of WPA2 beveiliging.
Wanneer kun je WPA en WPA2 gebruiken?
- Als je draadloze router WPA beveiliging ondersteunt
- Als je draadloze netwerkkaart WPA ondersteunt
- Als je een versie van Windows XP of nieuwer hebt (Windows Vista of Windows 10)
WPA2 is moeilijker te hacken dan WPA dankzij een sterkere encryptie. Je kunt WPA2 gebruiken als:
- Je een draadloze router met ondersteuning van WPA2 hebt
- De Wi-Fi netwerkkaart in je laptop of computer WPA2 ondersteunt
- Als je een versie van Windows XP of nieuwer hebt (Windows Vista of Windows 7)
De router beveiligen
Vrijwel iedere router is via het IP adres 192.168.1.1 online te bereiken. Anders staan natuurlijk in de handleiding van je router de instructies voor het beveiligen van je netwerk. Kies in elk geval voor een PSK (een pre shared key) bij het instellen van een WPA of WPA2 beveiliging. Je kunt zelf een netwerksleutel verzinnen en invoeren. Als deze wijzigingen zijn opgeslagen, is jouw zelfverzonnen netwerksleutel het nieuwe wachtwoord van je internet. Wanneer erom gevraagd wordt, vul je het in. Kies voor opslaan en je hoeft er nooit meer naar op te kijken. Elke internetprovider heeft hun eigen hardware.